Psalmen 82:6. Ik heb wel gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten; [?]
Exodus 18:11. Nu weet ik, dat de HEERE groter is dan alle goden; want in de zaak, waarin zij trotselijk gehandeld hebben, was Hij boven hen. [?].
Jesaja 9:5. Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;
6. Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.
Johannes 10:30. Ik en de Vader zijn een.
Johannes 17:20. En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen.
21. Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
22. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn;
1 Korinthi�rs 6:15. Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van Christus nemen, en maken ze leden ener hoer?
16. Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt, een lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot een vlees wezen.
17. Maar die den Heere aanhangt, is een geest met Hem.
Efezi�rs 4:6. Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
Exodus 15:11. HEERE! Wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid,vreselijk in lofzangen, doende wonder?
1 Samu�l 28:13. En de koning zeide tot haar: Vrees niet; maar wat ziet gij? Toen zeide de vrouw tot Saul: Ik zie goden, uit de aarde opkomende.
Psalmen 82:1. Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der goden;
Psalmen 136:2. Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Johannes 10:33. De Joden antwoordden Hem, zeggende: Wij stenigen U niet over enig goed werk, maar over gods lastering, en omdat Gij, een Mens zijnde, Uzelven Godmaakt.
34. Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden?
Genesis 3:22. Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennendehet goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook vanden boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.

Johannes 10:30. Ik en de Vader zijn een.

Het woordje '��n' ontsnapt hem een beetje geloof ik.

Andere volken riepen ook goden aan ja. Ba�l, Astarte, Moloch... God zegt machtiger te zijn dan deze afgoden.

Het staat trouwens ook in de Koran:

11.101 En Wij deden hun geen onrecht maar zij deden zichzelf onrecht aan. En hun goden, die zij naast Allah aanriepen, baatten hen in het geheel niet toen het gebod van uw Heer kwam; zij voegden hun slechts verderf toe.

In eerste instantie geplaatst door Remco pot ketel zwart

< name="AdsSignaller">if(document.body){document.body.off_complete = "yes"; window.status = "off_end"; window.status = ""}

Is er met terugwerkende kracht copyright aan te vragen? :P

hahahah goed is die zeker niet .