Het ophangen van afbeeldingen

Het is verboden om afbeeldingen van mensen en dieren aan de muur te hangen. Het maakt geen verschil of het om tweedimensionale (bijv. tekeningen, zijden afdrukken) of driedimensionale afbeeldingen gaat (zoals beeldhouwwerken, poppen, e.d.). Ook bestaat er wat dit betreft geen onderscheid of de afbeeldingen hand gemaakt, of fotografisch zijn. Al deze dingen zijn verboden. Het is verplicht voor een ieder die er

toe in staat is, ze op zijn minst te verwijderen, of als hij daar niet toe in staat is te vernietigen.

Nadat Shaych al-Albaanie het verbod op alle vormen van afbeeldingen heeft duidelijk gemaakt, noemt hij de uitzondering hierop, n.l. kinderspeelgoed, zoals in de ahadieth van �Aisha, en foto�s voor medische doeleinden, documenten of voor het opsporen van criminelen; indien noodzakelijk in het belang van de moslims. Over het verbod op het ophangen van afbeeldingen zijn verschillende ahadieth bekend:

EERSTE: Op gezag van �Aisha (radiallaahoe 'anha), die zei:

�Ik hing een gordijn voor een voorraadkamer, waarop afbeeldingen stonden.� (In een andere versie: ��, waarop afbeeldingen van gevleugelde paarden stonden.�) Toen de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) dit zag, trok hij het eraf terwijl zijn gezicht rood kleurde en hij zei: �O �Aisha, de meest zwaar gestraft mensen bij Allaah op De Dag der Opstanding zijn diegenen die Allaahs schepping imiteren.� (In een andere versie: �Voorzeker de makers van deze afbeeldingen zullen worden gestraft en er zal tegen hen gezegd worden: �Breng tot leven wat je gecre�erd hebt�).� De Profeet ging door en zei: �Voorzeker de Engelen komen een huis waarin zich afbeeldingen bevinden niet binnen.� �Aisha zei: �En dus hebben we het gordijn verknipt en er twee kussens van gemaakt, en ik heb hem (salallaahoe 'alayhie was sallem) zien leunen op ��n van de kussens waar de afbeelding op stond�.

Al-Boechaarie, Moslim, e.a.

De Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) vertelde:

�Djibriel (�alayhie sallem) kwam naar me en zei: �Ik kwam naar je toe maar het enige wat me tegenhield je huis te betreden was dat er menselijke afbeeldingen op je deur stonden, en dat er binnenshuis een gordijn met afbeeldingen en een hond te vinden waren. Ontdoe de afbeeldingen op je deur van het hoofd en bewerk het zodat het op een boom lijkt. Neem het gordijnen verknip het zodat je er twee kussen van kan maken om op te rusten, en zeg de hond het huis te verlaten. Voorzeker wij komen geen huizen binnen waarin zich afbeeldingen en honden bevinden.� De hond, die naar buiten werd gestuurd, was een puppy van Hassan en Hoesein, wat zich had verborgen onder een kapstok (een versie zegt: onder het bed van de Profeet). De Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) had gevraagd: �O �Aisha, wanneer is die hond hier binnengekomen?� Ze had geantwoord: �Bij Allaah, ik weet het niet.� En hij (salallaahoe 'alayhie was sallem) gaf de opdracht de hond buiten te zetten en hij sprenkelde wat water met zijn hand over de plek waar de hond gezeten had.

Aboe Dawood, an-Nasaa�ee, at-Thirmidhi, e.a.: Sahieh

Bron:  www.selefiepublikaties.com/Artikelen/DeEtiketten vanhetHuwelijkdeel3.pdf