(Novum) - Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk is woensdag zwaar bekritiseerd voor haar beleid tegen radicalisering van moslimjongeren. De parlementari�rs vinden dat Verdonk meer aandacht had moeten besteden aan de rol van het onderwijs, ouders en niet-moslims. Dat komt naar voren tijdens een debat over een nota van de minister in de Tweede Kamer. De fracties van de PvdA, GroenLinks, D66 en ChristenUnie noemen het dertien pagina's tellende rapport 'teleurstellend' en een 'floddertje'.

Naima Azough (GroenLinks) vindt dat de minister terug moet komen met een 'serieuzer plan': "Ik wil dat het kabinet dit overdoet. Deze nota kan je niet voldoende serieus nemen", zegt Azough.

Behalve de situatie op de arbeidsmarkt en de discriminatie in het uitgaansleven mist Azough in haar woorden de benoeming van het opkomend rechtsextremisme. Kamerleden Mirjam Sterk (CDA), Ursi Lambrechts (D66) en Peter van Heemst (PvdA) geven aan dit ook in het rapport te missen. Van Heemst wijst op de 'duidelijke' relatie tussen de opkomst van radicale moslimjongeren en extreemrechtse jongeren.

Verdonk geeft aan zich ook zorgen te maken over de 'hakenkruisjongeren' die zich keren tegen de islam en de 'jihadisten die zich keren tegen de vijand van de islam'. "Dit moeten we doorbreken, de voet dwars zetten tegen radicalisering." Ze geeft aan bereid te zijn de radicalisering van rechts-extremistische jongeren te verwerken in het rapport; wel vraagt ze de Kamer een maand respijt om dat te kunnen doen.

Behalve de rol van het onderwijs mist CDA-Kamerlid Sterk ook de rol van de moslimgemeenschap zelf. "Zij hebben de kortste lijnen met deze jongeren." Azough sluit zich hierbij aan: zij vindt het 'cruciaal' dat imams en moskee�n ook worden betrokken bij de bestrijding van radicalisering.

De SGP wil dat het kabinet werk gaat maken van de aanpak van internetsites die haat zaaien. "Ondanks verzekeringen van het kabinet om deze bron van radicalisering aan te pakken blijkt het gewoon nog mogelijk te zijn binnen twee minuten op sites te belanden met de meest weerzinwekkende berichten", aldus Kees van der Staaij. Verdonk is het hiermee eens. "Ik ontken de urgentie van de aanpak van internet niet."Als voorbeeld geeft Verdonk het feit dat zij zelf ook met de dood wordt bedreigd op internet. Daarnaast wijst zij op het meldpunt discriminatie op internet. Dat loopt volgens de minister 'goed'.

Tineke Huizinga van ChristenUnie mist de rol van de autochtone Nederlander in de nota. Het Kamerlid vraagt zich af hoe de autochtoon kan bijdragen aan het overtuigen van jongeren van het nut van de rechtsorde. "Ik vraag mij af hoe zij tegen onze staat aankijken. Betekent de Nederlandse rechtsstaat dat mensen met het grootste gemak op hun ziel getrapt mogen worden?"

Van der Staaij sluit zich hierbij aan. Ook hij is ervan overtuigd dat niet-moslims ook kunnen worden ingezet om radicalisering tegen te gaan.

Ook uitten verschillende fracties kritiek op de houding van de minister. Sterk merkt bij veel jonge moslims dat zij niet het gevoel hebben dat Verdonk ook 'hun' minister is. Dit komt volgens Sterk door bijvoorbeeld de 'ongepaste' opmerking van de minister dat zij de eerste allochtoon die gediscrimineerd wordt op de arbeidsmarkt nog moet tegenkomen.

Verdonk is het niet eens met de kritiek op de nota en op haar persoonlijk functioneren. De opmerking die Sterk aanhaalt, is volgens Verdonk uit zijn verband getrokken. De nota noemt zij een 'heel serieus plan'. "Volgens mij heb ik een heel serieuze nota gepresenteerd, over een heel serieuze problematiek."