Verhalen met moraal: of Zijn Voorziening Berust bij Allah

En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah.

Altijd glimlachend zei de moslima "Salaam oe 'alaykum" tegen de mensen die ze tegen kwam. Ze zorgde voor weeskinderen en deed haar best om hen te voeden en te kleden. Ze stond bekend om haar eerlijkheid en haar streven naar de tevredenheid van Allah. Naast haar woonde een ongelovige man en die kon haar Qur'an-recitatie niet uitstaan. Hij liep naar de woning en schreeuwde vaak tegen haar, "Stop ermee, er is helemaal geen Schepper, geen Heer, geen God of wat dan ook!!" Jaren later werd het steeds moeilijker voor de moslima om voor voedsel te zorgen, ze at zelf niets zodat de weeskinderen wel te eten kregen. In het laatste gedeelte van de nacht ging ze Allah smeken om voedsel, deed een gebed en na het gebed deed ze haar smeekgebed.

De ongelovige man hoorde het en zou laten zien dat er geen God bestaat. Hij ging groente, vlees en brood halen en legde het voor haar deur neer. De ongelovige man ging zich snel verstoppen achter een struik. De moslima kwam 's ochtends naar buiten en zag het voedsel en ging meteen in sujuud (neerknieling) uit dankbaarheid. De ongelovige man kwam vanuit de struiken tevoorschijn en zei "Aha!!! Zie je? Er bestaat geen God. Ik ben degene die het voedsel heeft neergelegd." De moslima moest lachen en deed haar handen omhoog en bedankte Allah en pakte het voedsel en ging naar binnen en reciteerde "Wama min dabbatin fee al-ardi illa AAala Allahi rizquha."

En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah. (11:6.)