De onbeweegbare aarde!
Psalmen 104:5 Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.
1 Kronieken 16:30 Schrikt voor Zijn aangezicht, gij, gehele aarde! Ook zal de wereld bevestigd worden, dat zij niet bewogen worde.
Psalmen 93:1 De HEERE regeert, Hij is met hoogheid bekleed; de HEERE is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen.
Psalmen 96:10 Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid.
1 Kronieken 16:30 Schrikt voor Zijn aangezicht, gij, gehele aarde! Ook zal de wereld bevestigd worden, dat zij niet bewogen worde.

De Einden der aarde!
Job 38:13 Opdat hij de einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar uitgeschud zouden worden?
Psalmen 2:8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot uw bezitting.
Psalmen 19:4 Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.
Psalmen 22:27 Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.
Psalmen 48:10 Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.
Psalmen 59:13 Verteer hen in grimmigheid; verteer hen, dat zij er niet zijn, en laat hen weten, dat God Heerser is in Jakob, ja, tot aan de einden der aarde. Sela.
Psalmen 61:2 Van het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen, die mij te hoog zou zijn.
Psalmen 65:5 Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid antwoorden, o God onzes heils! o Vertrouwen aller einden der aarde, en der verre gelegenen aan de zee!
Psalmen 72:8 En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.
Dani�l 4:11 De boom werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan den hemel, en hij werd gezien tot aan het einde der ganse aarde;
Jeremia 16:19 O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, en mijn Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: Immers hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, en ijdelheid, waarin toch niets was, dat nut deed.
Job 37:3 Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde.
Job 28:24 Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.
1 Samu�l 2:10 Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen.
Job 28:24 Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.
Job 37:3 Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde.
Deuteronomium 28:49 De HEERE zal tegen u een volk verheffen van verre, van het einde der aarde, gelijk als een arend vliegt; een volk, welks spraak gij niet zult verstaan;
Deuteronomium 28:64 En de HEERE zal u verstrooien onder alle volken, van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; en aldaar zult gij andere goden dienen, die gij niet gekend hebt, noch uw vaders, hout en steen.
Deuteronomium 33:17 Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns osses, en zijn hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken te zamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden van Manasse!
Deuteronomium 13:7 Van de goden der volken, die rondom u zijn, nabij u, of verre van u, van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde;
Spreuken 30:4 Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet?

De Pilaren van de aarde!
Job 9:6 Die de aarde beweegt uit haar plaats, dat haar pilaren schudden;
Job 26:11 De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden.

De vier hoeken der aarde!
Handelingen 10:11 En hij zag den hemel geopend, en een zeker vat tot hem nederdalen, gelijk een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden, en nedergelaten op de aarde;
Jesaja 11:12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks.
Openbaring 7:1 En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende de vier winden der aarde, opdat geen wind zou waaien op de aarde, noch op de zee, noch tegen enigen boom.

De sterren die vallen op de aarde!
Openbaring 6:13 En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een groten wind geschud wordt.
Dani�l 8:10 En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.

De zon draait om de aarde!
Psalmen 19:5 Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.
6 En die is als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad te lopen.
Prediker 1:5 Ook rijst de zon op, en de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij oprees.

De strijdende sterren!
Richteren 5:20 Van den hemel streden zij, de sterren uit haar loopplaatsen streden tegen Sisera.

De zingende sterren!
Job 38:7 Toen de morgensterren te zamen vrolijk zongen, en al de kinderen Gods juichten.

De Fundamenten van de aarde!
1 Samu�l 2:8 Hij verheft den geringe uit het stof, en den nooddruftige verhoogt Hij uit den drek, om te doen zitten bij de vorsten, dat Hij hen den stoel der ere doe beerven; want de grondvesten des aardrijks zijn des HEEREN, en Hij heeft de wereld daarop gezet.
Job 38:4 Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt.
5 Wie heeft haar maten gezet, want gij weet het; of wie heeft over haar een richtsnoer getrokken?
6 Waarop zijn haar grondvesten nedergezonken, of wie heeft haar hoeksteen gelegd?
Jesaja 24:18 En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven.
Amos 9:6 Die Zijn opperzalen in den hemel bouwt, en Zijn benden heeft Hij op aarde gefondeerd; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem; HEERE is Zijn Naam.
Psalmen 24:2 Want Hij heeft ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de rivieren.
Jesaja 45:18 Want alzo zegt de HEERE, Die de hemelen geschapen heeft, Die God, Die de aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze niet geschapen, dat zij ledig zijn zou, maar heeft ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou: Ik ben de HEERE, en niemand meer.
Psalmen 89:12 De hemel is Uwe, ook is de aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond.
Psalmen 102:26 Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen;
Spreuken 8:29 Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde;

De zon die stil stond!
Habakuk 3:11 De zon en de maan stonden stil in haar woning; met het licht gingen Uw pijlen daarhenen, met glans Uw bliksemende spies.
Jozua 10:12 Toen sprak Jozua tot den HEERE, ten dage als de HEERE de Amorieten voor het aangezicht de kinderen Israels overgaf, en zeide voor de ogen der Israelieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon!
13 En de zon stond stil, en de maan bleef staan, totdat zich het volk aan zijn vijanden gewroken had. Is dit niet geschreven in het boek des oprechten? De zon nu stond stil in het midden des hemels, en haastte niet onder te gaan omtrent een volkomen dag.
14 En er was geen dag aan dezen gelijk, voor hem noch na hem, dat de HEERE de stem eens mans alzo verhoorde; want de HEERE streed voor Israel.
Job 9:7 Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren;

De lichtgevende maan!
Markus 13:24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven.

De aarde uitgespannen op water!
Psalmen 136:6 Dien, Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalmen 24:2 Want Hij heeft ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de rivieren.

De twee wateren!
Genesis 1:6 En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!
7 En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo.
Psalmen 148:4 Looft Hem, gij hemelen der hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt!

De aarde is plat!
Openbaring 1:7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien.
Matth�us 4:8 Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid;

De herkouwende konijn?
Leviticus 11:5 En het konijntje, want het herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; dat zal u onrein zijn;
6 En den haas, want hij herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; die zal u onrein zijn.

De stof etende slang?
Genesis 3:14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens.

De kruipende vogel met vier voeten?
Leviticus 11:23 En alle kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft, zal u een verfoeisel zijn.

De dwazen theorie!
1 Korinthi�rs 15:36 Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven is;

Een kameel herkowt niet!
Leviticus 11:4 Deze nochtans zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of de klauwen alleen verdelen: de kemel, want hij herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; die zal u onrein zijn;

De vleermuis is geen vogel!
Deuteronomium 14:11-18 Allen reinen vogel zult gij eten. Maar deze zijn het, van dewelke gij niet zult eten: de arend, en de havik, en de zeearend..........En de ooievaar, en de reiger naar zijn aard; en de hop, en de vleermuis;

De mosterdzaad is niet de kleinste zaad!
Markus 4:31 Namelijk bij een mosterdzaad, hetwelk, wanneer het in de aarde gezaaid wordt, het minste is van al de zaden, die op de aarde zijn.

Noem je dit de woorden van de schepper?
Ik zal je Insha'Allah binnenkort zenden wat de woorden van de schepper zijn.
Met deze feiten bewapen ik mijn broeders en zusters...hiermee kunnen ze Insha'Allah de dwalenden naar het rechte pad te leiden.

hihihi..., effe over die pratende mieren, zij cumminiceren ook in hun eigen taal, waarna de profeet Salomon hen begreep, wat dus een wonder is, zoals dat de profeet Mozes de zee in tween heeft gesplitst, dat is wat in de Quran staat, dit heeft niks met de wetenschap te maken. 

verder snap ik die andere zinnen niet, maar ik kijk wel bij die andere topics.