Islaam.nl

Al-Imaan

Geloofsleer - Al Imaan

Het geloof(Al-Imaan) bestaat uit zes zuilen, deze worden hieronder belicht:

Het geloven in Allah

 

Het eerste geloofsartikel van Al-Imaan is het geloven in Allah, de ene, ware God. ‘Er is geen god behalve Allah"""" ( la ilaha illa Allah). De islaam legt grote nadruk op Gods eenheid (tawhied). De klassieke uitdrukking hiervan vinden we in (soerat Al- Ichlaas van de heilige Koran s. 112):

           

            ‘""""In de naam van Allah de Barmhartige, de Genadevolle.""""""""

 

            “ Zeg: ,, Hij Allah is één.

            Allah is zichzelf–genoeg, Eeuwig.

            Hij verwekt niet, noch werd Hij verwekt.

            En niemand is hem in enig opzicht gelijk.""""""""   

 

De bekende troonvers in soerat Al-Baqarah (s. 2:256) luidt:

 

‘""""Allah! Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande.

            Sluimer, nog slaap overmant Hem.

            Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort Hem.

            Wie Kan bij Hem bemiddelen zonder zijn verlof?

            Hij kent hetgeen voor hen is en wat achter hen is en zij kunnen niets van Zijn

            kennis omvatten, dan wat Hij wil.

            Zijn troon strekt zich uit over hemelen en aarde en het waken over beide

            vermoeit Hem niet; Hij is de Hoge, de Verhevene"""""""".

 

Het geloven in Zijn Engelen

 

Naast de Mensen en de Dzjins ( Geheimzinnige wezens , die een menselijke gestalte kunnen aannemen, en net als de mensen kunnen kiezen of zij moslim worden of niet) heeft Allah ook hogere wezens geschapen, namelijk de Engelen. Engelen zijn geestelijke schepselen van Allah, die altijd gehoorzamen aan Zijn wil en gebod. Ze zijn noch mannelijk noch vrouwelijk, Ze hebben geen ouders, noch echtgenoten, noch zonen of dochters. Ze hebben geen stoffelijke lichamen, maar kunnen iedere vorm aannemen die ze willen. Engelen eten,drinken en slapen niet zoals menselijke wezens.

 

De belangrijkste Engelen van Allah zijn vier in getal:

 

Djibriel

Mikaïel

Israfiel

Azraïel

 

De Engel Djibriel werd door Allah gestuurd om Zijn boodschappen over te brengen aan Zijn uitverkorenen op aarde, de Boodschappers en Profeten die in alle tijdperken en in alle klimaten voorkwamen. De Engel Djibriel gaf alle openbaringen van Allah door aan de Profeet Mohammed (mogen Allah""""s vrede en zegeningen op hem rusten).

 

De Engel Mikaïel heeft als taak van Allah gekregen om alle geschapen wezens van onderhoud te voorzien.

De Engel Israfiel zal de bazuin blazen op de laatste dag.

De Engel Azraïel heeft als taak gekregen van Allah om de zielen op te vangen na de dood.

 

Naast de vier belangrijkste Engelen zijn er twee Engelen die de daden van een mens in een boek noteren ( Soerat Qaaf 50:17).

 

                        ‘""""Wanneer de twee (engelen) die te boekstellen,

                        schrijven, zit de een aan de rechter-, de andere

                        aan de linkerzijde"""""""".

 

Zoals in Soerat Al-Infitaar (82:10-12) staat vermeld, beschermen de Engelen de mensen.

                        ‘""""Maar voorzeker er zijn bewakers over u

                        Eerwaarde schrijvers, die weten wat gij doet”.

 

Ook zijn er twee Engelen, die de mens opvangen in zijn graf om hem/haar te vragen: ‘Wie is uw Heer?"""" ‘Welke is uw godsdienst?"""" ‘Wie is uw profeet?"""" en wie hierop de juiste antwoorden geeft, bewijst hiermee een moslim te zijn.

Er zijn nog vele Engelen, sommige van hen die in de Koran genoemd worden, zijn ons bekend, maar we weten niets over het aantal, en de taken van anderen, die alleen aan Allah bekend zijn.

 

 

Het geloven in Zijn Boeken

 

Onder het geloven in alle Boeken van Allah, wordt verstaan dat Allah geboden en godsdienstige gedragsregels aan verscheidene Profeten heeft geopenbaard in verschillende perioden van de geschiedenis om de mensheid te leiden.

 

De godsdienstige Wetboeken of Boeken van Allah zijn vier in getal:

De Tauraat (Thora ofwel Oude testament)

De Zabuur (Psalmen)

De Indjiel (Nieuwe Testament) en

De heilige Koran

 

De Tauraat werd geopenbaard aan de profeet Muusa (Mozes), Zabuur aan de Profeet Dawuud (David), Indjiel aan de Profeet Isa (Jezus) en de heilige Koran aan de Profeet Mohanmed (mogen Allah""""s vrede en zegeningen met hen allen zijn).

 

De Tauraat, Zabuur en Indjiel bestaan niet meer in hun oorspronkelijke vorm. De tegenwoordige uitgaven zijn slechts bewerkingen van hun eigen volgelingen in latere tijden. Wat nu in de Thora en de Bijbel staat, is slechts geldig in zoverre het met de Koran overeenkomt. Alles wat een mens moet weten op godsdienstig, sociaal, economisch en politiek gebied staat in de Koran. De Koran is tenslotte letterlijk Allah""""s woord en het is onmogelijk door de jaren heen veranderd of bewerkt. De Koran is namelijk authentiek gebleven doordat de moslims door de jaren heen de Koran letterlijk uit het hoofd hebben geleerd. Dit is echter niet het geval bij de andere godsdienstige wetboeken.

 

 

Het geloven in Zijn Profeten

 

Onder """"t geloof in alle Profeten van Allah wordt verstaan dat in verschillende perioden van de geschiedenis van de mens, Allah Profeten heeft gezonden als Zijn boodschappers om de mensheid te leiden. Als moslim moet men in alle profeten geloven en in het bijzonder in hen, wier namen in de heilige Koran worden vermeld.

Tot de Profeten wier namen in de heilige Koran worden genoemd, behoren: Adam, Idries, Nuuh, Huud, Saleh, Ibrahiem, Ismaïel, Ishaaq, Jaquub, Juusuf, Ayyuub, Shu""""aib, Muusa, Haruun, Luut, Juunus, Al-Jasa""""a, Zulkifl, Dawuud, Sulaimaan, Ilyaas, Zakariya, Isa, Mohammed (mogen vrede en zegeningen op hen rusten). De belangrijkste van deze profeten zijn: Adam, Nuuh, Ibrahiem, Muusa, Isa en de laatste en grootste van alle profeten Mohammed (mogen vrede en zegeningen op hen allen rusten)

Geen van de Profeten heeft ooit aanspraak gemaakt op goddelijkheid, want behalve dat zij Boodschappers en Dienaren van Allah waren, waren ze zelf menselijke wezens. Daarom kan men geen van de Profeten God noemen, want Ze werden allen door Allah geschapen, Die zelfstandig bestaat en geen deelgenoot heeft.

 

De Profeet Mohammed heeft zijn profeetschap niet beperkt tot slechts één land of volk, maar zijn profeetschap is het universeel, d.w.z. bestemd voor de hele wereld en voor alle volkeren.

Na de Profeet Mohammed is er geen andere profeet nodig, want de Boodschap, d.w.z. (de heilige Koran die hij voor de hele wereld heeft gebracht) is het laatste en meest volledige Boek met godsdienstige gedragsregels, en dit is en zal voor altijd gaaf  in zijn oorspronkelijke vorm bewaard blijven. Bovendien bestaat er de authentieke optekening van het veelbewogen leven van de Profeet, dat alle menselijke activiteiten bestrijkt, en dit zal altijd als voorbeeld blijven gelden voor de mensheid. Daarom is er na hem geen enkele Profeet vereist, noch met gedragsregels en geboden, noch zonder deze, en daarom zegt de heilige Koran, dat de Profeet Mohammed de laatste en de verzegeling van alle Profeten is.

 

 

Het geloven in de laatste dag (De Dag der Opstanding en Oordeel)

 

De Dag van Opstanding en Oordeel is de Dag waarop Allah de doden zal doen opstaan, d.w.z. dat Allah de doden weer levend zal maken. Hij zal dan over iedere persoon oordelen al naar gelang diens goede of slechte daden op aarde. Hij zal degenen, die een rechtschapen leven hebben geleid en die Hem behaagd hebben, belonen door ze naar het Paradijs te sturen, en degenen, die ongehoorzaam zijn geweest aan Zijn geboden en Zijn ongenoegen hebben opgelopen door zonden en slechte daden te begaan, straffen door ze naar de Hel te sturen.

 

Het paradijs is een verblijf van vrede en geluk, waar iedere wens wordt vervuld. De Hel daarentegen is een plaats van foltering, straffen en kwellingen.

Iemand die sterft met volledig vertrouwen in de Enigheid van Allah en met volledig vertrouwen in de Profeten van Allah, zal voor altijd in het Paradijs blijven, terwijl iemand, die sterft zonder te geloven in de Enigheid van Allah, of die gelooft in anderen, als deelgenoten van Allah, voor altijd in de Hel zal blijven.

Degenen die een vast geloof hebben, in de Enigheid van Allah, en een vast geloof hebben in de Profeten van Allah, maar die sterven zonder boetedoening en berouw voor de zonden, die ze in deze wereld hebben begaan, zullen voor een tijd naar de Hel gestuurd worden, vanwaar ze, na hun verdiende straf te hebben ontvangen, bevrijd zullen worden door de genade van Allah en naar het Paradijs gestuurd zullen worden, waar ze voor altijd zullen leven.

 

 

Het geloven in de voorbeschikking van zowel het goede als het kwade

 

Men moet wat voorbeschikt is, zowel goed als slecht, aanvaarden, omdat dit allemaal volgens Allah""""s wil en wijsheid is. Allah heeft de mens het vermogen gegeven om te handelen (goed of slecht), maar Hij heeft de mens ook verstand gegeven en een gedragslijn om te kiezen tussen goed en kwaad, en daarom is de mens verantwoordelijk voor zijn eigen daden. ( Bijvoorbeeld, Allah heeft de mens het vermogen tot spreken gegeven. Het is aan de mens zelf om de tong te gebruiken om de waarheid te speken, danwel om misbruik te maken van zijn vermogen door leugens uit te spreken).

 

Allah helpt de mens om goede daden te verrichten, door boodschappers te zenden om de mens over het rechte pad te leiden en om de mens Zijn wil te leren door middel van Zijn geboden en de gedragsregels van de godsdienst. Iedere handeling tegen de geboden van Allah is een zonde. Als men een zonde heeft begaan, moet men om vergeving aan Allah vragen door tot Allah te bidden met heel het hart en boete te doen voor alle slechte daden, en besluiten om nooit meer zulke of andere slechte daden opnieuw te begaan.

 

Enkele daden, die hoofdzonden zijn en die aan strenge straffen onderhevig zijn, zijn de volgende:

Geloven in iemand als deelgenoot van Allah;

Niet geloven in Allah of Zijn Profeten of Zijn Boeken, of de grondbeginselen van de Islaam te ontkennen;

Liegen;

Overspel of sodomie begaan;

Roven of stelen;

Iemand bedriegen;

Iemand vals aanklagen;

Iemand vals beschuldigen;

Iemand belasteren;

Misbruik van iemand maken of iemands gevoelens kwetsen.

 

 

De soorten voedsel die voor een Moslim als onwettig vastgesteld zijn, zijn:

Alle soorten bedwelmende wijnen, alcoholische dranken, en spiritualiën;

Varkensvlees en al het vlees van wilde dieren, die klauwen en tanden gebruiken om hun slachtoffers te doden, bijvoorbeeld tijgers, luipaarden, olifanten, wolven, enz. en alle roofvogels, zoals haviken, arenden, gieren, kraaien, enz.;

Knaagdieren, reptielen, wormen, enz.;

Vlees van dode dieren, die anders als wettig zijn toegestaan;

Vlees van viervoetige dieren en (geoorloofde) vogels die niet geslacht of gedood zijn op de voorgeschreven wijze;

Vlees van dieren, die geofferd zijn aan afgoden.

Verder moet men Bismillaahi Allaahu-Akbar zeggen op het moment dat men een dier slacht of doodt, waarvan het vlees wettig toegestaan is voor voedsel (halal), en het mes over zijn keel halen, op een zodanige wijze dat de slagaders doorgesneden worden maar dat de ruggenmerg even onaangetast blijft, totdat al het bloed uitgestroomd is. Alleen zo is het dier op de voorgeschreven wijze geslacht, en is het vlees dus halal.