إِنَّ الَّذِينَ فَتَنُوا الْمُؤْمِنِينَ وَالْمُؤْمِنَاتِ ثُمَّ لَمْ يَتُوبُوا فَلَهُمْ عَذَابُ جَهَنَّمَ وَلَهُمْ عَذَابُ الْحَرِيقِ
Inna allatheena fatanoo almumineena waalmuminati thumma lam yatooboo falahum AAathabu jahannama walahum AAathabu alhareeqi
(10). Voorwaar, degenen die de gelovige mannen en vrouwen bestraften en daarna geen berouw toonden, voor hen is de bestraffing van de Hel en voor hen is de verbrandende bestraffing.