Aftellen tot Lailat al Qadr
Home
Over Islaam
Geschiedenis van de Islaam
Levensloop van profeet Mohamed
Sahaba
De heilige Koran
De vijf zuilen
Sjahada
Salat
Zakaat
Ramadan
Hadj
Geloofsleer
Tawheed
Al Imaan
Profeetschap
Soenna
Gebedstijden
56.
Al-Waqia
-
De Onoverkomenlijke Gebeurtenis
(
Mekka - 96 verzen
)
|
الواقعة
1.
Al-Fatiha
(
Mekka - 7 verzen
)
De Opening
الفاتحة
2.
Al-Baqara
(
Medina - 286 verzen
)
De Koe
البقرة
3.
Aal-e-Imran
(
Medina - 200 verzen
)
Het Huis van Imraan
آل عمران
4.
An-Nisa
(
Medina - 176 verzen
)
De Vrouwen
النساء
5.
Al-Ma-ida
(
Medina - 120 verzen
)
De tafel
المائدة
6.
Al-An'aam
(
Mekka - 165 verzen
)
Het Vee
الأنعام
7.
Al-Araf
(
Mekka - 206 verzen
)
De Verheven Plaatsen
الأعراف
8.
Al-Anfal
(
Medina - 75 verzen
)
De Oorlogsbuit
الأنفال
9.
At-Taubah
(
Medina - 129 verzen
)
Berouw
التوبة
10.
Yunus
(
Mekka - 109 verzen
)
Jonas
يونس
11.
Hud
(
Mekka - 123 verzen
)
Hoed
هود
12.
Yusuf
(
Mekka - 111 verzen
)
Jozef
يوسف
13.
Ar-Rad
(
Mekka - 43 verzen
)
De Donder
الرعد
14.
Ibrahim
(
Mekka - 52 verzen
)
Abraham
ابراهيم
15.
Al-Hijr
(
Mekka - 99 verzen
)
Het Rotsachtige Pad
الحجر
16.
An-Nahl
(
Mekka - 128 verzen
)
De Bij
النحل
17.
Al-Isra
(
Mekka - 111 verzen
)
De Nachtelijke Tocht
الإسراء
18.
Al-Kahf
(
Mekka - 110 verzen
)
De Grot
الكهف
19.
Maryam
(
Mekka - 98 verzen
)
Mariam
مريم
20.
Taha
(
Mekka - 135 verzen
)
Taa Haa
طه
21.
Al-Ambiya
(
Mekka - 112 verzen
)
De Profeten
الأنبياء
22.
Al-Hajj
(
Medina - 78 verzen
)
De Pilgrimstocht
الحج
23.
Al-Mumenoon
(
Mekka - 118 verzen
)
De Gelovigen
المؤمنون
24.
An-Noor
(
Medina - 64 verzen
)
Het Licht
النور
25.
Al-Furqan
(
Mekka - 77 verzen
)
Het Criterion
الفرقان
26.
Ash-Shuara
(
Mekka - 227 verzen
)
De Dichters
الشعراء
27.
An-Naml
(
Mekka - 93 verzen
)
De Mieren
النمل
28.
Al-Qasas
(
Mekka - 88 verzen
)
De Verhalen
القصص
29.
Al-Ankaboot
(
Mekka - 69 verzen
)
De Spin
العنكبوت
30.
Ar-Room
(
Mekka - 60 verzen
)
De Romeinen
الروم
31.
Luqman
(
Mekka - 34 verzen
)
De Wijzen
لقمان
32.
As-Sajda
(
Mekka - 30 verzen
)
De Aanbidding
السجدة
33.
Al-Ahzab
(
Medina - 73 verzen
)
De Bondgenoten
الأحزاب
34.
Saba
(
Mekka - 54 verzen
)
De Stad van Saba
سبإ
35.
Fatir
(
Mekka - 45 verzen
)
De Schepper
فاطر
36.
Ya Seen
(
Mekka - 83 verzen
)
Jaa Sien
يس
37.
As-Saaffat
(
Mekka - 182 verzen
)
Zij die in de Rangen behoren
الصافات
38.
Sad
(
Mekka - 88 verzen
)
Saad
ص
39.
Az-Zumar
(
Mekka - 75 verzen
)
De Groupen
الزمر
40.
Al-Ghafir
(
Mekka - 85 verzen
)
De gelover
غافر
41.
Fussilat
(
Mekka - 54 verzen
)
Fussilat
فصلت
42.
Ash-Shura
(
Mekka - 53 verzen
)
De Consultatie
الشورى
43.
Az-Zukhruf
(
Mekka - 89 verzen
)
Gouden Juwelen
الزخرف
44.
Ad-Dukhan
(
Mekka - 59 verzen
)
De Rook
الدخان
45.
Al-Jathiya
(
Mekka - 37 verzen
)
Het Knielen
الجاثية
46.
Al-Ahqaf
(
Mekka - 35 verzen
)
Bochtige Zandpaden
الأحقاف
47.
Muhammad
(
Medina - 38 verzen
)
Mohammed
محمد
48.
Al-Fath
(
Medina - 29 verzen
)
Overwinning
الفتح
49.
Al-Hujuraat
(
Medina - 18 verzen
)
De Vertrekken aan de Binnenkant
الحجرات
50.
Qaf
(
Mekka - 45 verzen
)
Qaaf
ق
51.
Adh-Dhariyat
(
Mekka - 60 verzen
)
De Winden die verspreiden
الذاريات
52.
At-Tur
(
Mekka - 49 verzen
)
De Berg
الطور
53.
An-Najm
(
Mekka - 62 verzen
)
De Ster
النجم
54.
Al-Qamar
(
Mekka - 55 verzen
)
De Maan
القمر
55.
Al-Rahman
(
Mekka - 78 verzen
)
De Meest Gracieuze
الرحمن
56.
Al-Waqia
(
Mekka - 96 verzen
)
De Onoverkomenlijke Gebeurtenis
الواقعة
57.
Al-Hadid
(
Medina - 29 verzen
)
Het Ijzer
الحديد
58.
Al-Mujadila
(
Medina - 22 verzen
)
De Vrouw die Pleidt
المجادلة
59.
Al-Hashr
(
Medina - 24 verzen
)
De Bijeenkomst
الحشر
60.
Al-Mumtahina
(
Medina - 13 verzen
)
De Vrouw die Ondervraagt zal worden
الممتحنة
61.
As-Saff
(
Medina - 14 verzen
)
De Strijdplaats
الصف
62.
Al-Jumua
(
Medina - 11 verzen
)
De Vrijdag (Bijeenkomst)
الجمعة
63.
Al-Munafiqoon
(
Medina - 11 verzen
)
De Huichelaars
المنافقون
64.
At-Taghabun
(
Mekka - 18 verzen
)
Beider Verlies en Winst
التغابن
65.
At-Talaq
(
Medina - 12 verzen
)
De Scheiding
الطلاق
66.
At-Tahrim
(
Medina - 12 verzen
)
Denkende dat iets Verboden is
التحريم
67.
Al-Mulk
(
Mekka - 30 verzen
)
De Dominie
الملك
68.
Al-Qalam
(
Mekka - 52 verzen
)
De Pen
القلم
69.
Al-Haaqqa
(
Mekka - 52 verzen
)
De Zekere Realiteit
الحاقة
70.
Al-Maarij
(
Mekka - 44 verzen
)
De Manieren van Ascentie
المعارج
71.
Nooh
(
Mekka - 28 verzen
)
Noach
نوح
72.
Al-Jinn
(
Mekka - 28 verzen
)
De Djinn
الجن
73.
Al-Muzzammil
(
Mekka - 20 verzen
)
Gevouwen in Kleding
المزمل
74.
Al-Muddathir
(
Mekka - 56 verzen
)
Iemand die Gebundeld is
المدثر
75.
Al-Qiyama
(
Mekka - 40 verzen
)
De Resurrectie
القيامة
76.
Al-Insan
(
Mekka - 31 verzen
)
De Tijd, De Mensen
الانسان
77.
Al-Mursalat
(
Mekka - 50 verzen
)
Zij Die Gezonden Waren
المرسلات
78.
An-Naba
(
Mekka - 40 verzen
)
Het Nieuws
النبإ
79.
An-Naziat
(
Mekka - 46 verzen
)
An-Naziaat
النازعات
80.
Abasa
(
Mekka - 42 verzen
)
Hij Fronsde
عبس
81.
At-Takwir
(
Mekka - 29 verzen
)
Het Opvouwen
التكوير
82.
AL-Infitar
(
Mekka - 19 verzen
)
Het Klievende
الإنفطار
83.
Al-Mutaffifin
(
Mekka - 36 verzen
)
Daden in fraude
المطففين
84.
Al-Inshiqaq
(
Mekka - 25 verzen
)
De Splijting
الإنشقاق
85.
Al-Burooj
(
Mekka - 22 verzen
)
De Tekens van de Zodiak
البروج
86.
At-Tariq
(
Mekka - 17 verzen
)
De Nachtelijke Bezoeker
الطارق
87.
Al-Ala
(
Mekka - 19 verzen
)
De Allehoogste
الأعلى
88.
Al-Ghashiya
(
Mekka - 26 verzen
)
Het Overweldigende Evenement
الغاشية
89.
Al-Fajr
(
Mekka - 30 verzen
)
De Dageraad
الفجر
90.
Al-Balad
(
Mekka - 20 verzen
)
De Stad
البلد
91.
Ash-Shams
(
Mekka - 15 verzen
)
De Zon
الشمس
92.
Al-Lail
(
Mekka - 21 verzen
)
De Nacht
الليل
93.
Ad-Dhuha
(
Mekka - 11 verzen
)
De Glorieuze Ochtend
الضحى
94.
Al-Inshirah
(
Mekka - 8 verzen
)
De Expansie
الشرح
95.
At-Tin
(
Mekka - 8 verzen
)
De Vijg
التين
96.
Al-Alaq
(
Mekka - 19 verzen
)
Het Geronnen Bloed
العلق
97.
Al-Qadr
(
Mekka - 5 verzen
)
De Waardevolle Nacht
القدر
98.
Al-Bayyina
(
Medina - 8 verzen
)
Het Uitsluitende Bewijs
البينة
99.
Al-Zalzala
(
Mekka - 8 verzen
)
Het Geschudek
الزلزلة
100.
Al-Adiyat
(
Mekka - 11 verzen
)
Zij Die Rennen
العاديات
101.
Al-Qaria
(
Mekka - 11 verzen
)
De Dag van Oproering
القارعة
102.
At-Takathur
(
Mekka - 8 verzen
)
Opstapelen
التكاثر
103.
Al-Asr
(
Mekka - 3 verzen
)
De Tijd door de Tijden
العصر
104.
Al-Humaza
(
Mekka - 9 verzen
)
De Schandaal Verspreider
الهمزة
105.
Al-fil
(
Mekka - 5 verzen
)
De Olifant
الفيل
106.
Quraish
(
Mekka - 4 verzen
)
Qoraisj
قريش
107.
Al-Maun
(
Mekka - 7 verzen
)
De Noden van Buren
الماعون
108.
Al-Kauther
(
Mekka - 3 verzen
)
Overvloed
الكوثر
109.
Al-Kafiroon
(
Mekka - 6 verzen
)
De Ongelovigen
الكافرون
110.
An-Nasr
(
Medina - 3 verzen
)
De Overwinning
النصر
111.
Al-Masadd
(
Mekka - 5 verzen
)
De Palmvezel, De Vlam
المسد
112.
Al-Ikhlas
(
Mekka - 4 verzen
)
Zuiverheid van Geloof
الإخلاص
113.
Al-Falaq
(
Mekka - 5 verzen
)
De Dauw
الفلق
114.
An-Nas
(
Mekka - 6 verzen
)
De Mensheid
الناس
56:1
بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ إِذَا وَقَعَتِ الْوَاقِعَةُ
I
tha
waqaAAati alw
a
qiAAat
u
(1).
Wanneer de Dag der Opstanding plaatsvindt.
56:2
لَيْسَ لِوَقْعَتِهَا كَاذِبَةٌ
Laysa liwaqAAatih
a
k
ath
iba
tun
(2).
(Dan) kent de gebeurtenis ervan geen loochening.
56:3
خَافِضَةٌ رَافِعَةٌ
Kh
a
fi
d
atun r
a
fiAAa
tun
(3).
Verlagend (voor de één), verheffend (voor de ander).
56:4
إِذَا رُجَّتِ الْأَرْضُ رَجًّا
I
tha
rujjati alar
d
u rajj
a
n
(4).
Wanneer de aarde hevig geschud wordt.
56:5
وَبُسَّتِ الْجِبَالُ بَسًّا
Wabussati aljib
a
lu bass
a
n
(5).
En de bergen volledig vernietigd worden.
56:6
فَكَانَتْ هَبَاءً مُنْبَثًّا
Fak
a
nat hab
a
an munbathth
a
n
(6).
Zodat deze tot rondvliegend stof worden.
56:7
وَكُنْتُمْ أَزْوَاجًا ثَلَاثَةً
Wakuntum azw
a
jan thal
a
tha
tan
(7).
En jullie in drie groepen verdeeld zijn.
56:8
فَأَصْحَابُ الْمَيْمَنَةِ مَا أَصْحَابُ الْمَيْمَنَةِ
Faa
s
ha
bu almaymanati m
a
a
s
ha
bu almaymanat
i
(8).
De mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde!
56:9
وَأَصْحَابُ الْمَشْأَمَةِ مَا أَصْحَابُ الْمَشْأَمَةِ
Waa
s
ha
bu almashamati m
a
a
s
ha
bu almashamat
i
(9).
En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen van de linkerzijde!
56:10
وَالسَّابِقُونَ السَّابِقُونَ
Wa
al
ss
a
biqoona a
l
ss
a
biqoon
a
(10).
En de eersten (de derde groep) zijn de eersten.
56:11
أُولَٰئِكَ الْمُقَرَّبُونَ
Ol
a
ika almuqarraboon
a
(11).
Dat zijn degenen die nabij zijn gebracht.
56:12
فِي جَنَّاتِ النَّعِيمِ
Fee jann
a
ti a
l
nnaAAeem
i
(12).
In de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs).
56:13
ثُلَّةٌ مِنَ الْأَوَّلِينَ
Thullatun mina alawwaleen
a
(13).
Een aantal van de vroegeren.
56:14
وَقَلِيلٌ مِنَ الْآخِرِينَ
Waqaleelun mina al
a
khireena
(14).
En weinig van de lateren.
56:15
عَلَىٰ سُرُرٍ مَوْضُونَةٍ
AAal
a
sururin maw
d
oona
tin
(15).
Op (met goud) geborduurde rustbanken.
56:16
مُتَّكِئِينَ عَلَيْهَا مُتَقَابِلِينَ
Muttakieena AAalayh
a
mutaq
a
bileen
a
(16).
Daarop leunend, tegenover elkaar zittend.
56:17
يَطُوفُ عَلَيْهِمْ وِلْدَانٌ مُخَلَّدُونَ
Ya
t
oofu AAalayhim wild
a
nun mukhalladoon
a
(17).
Onder hen gaan eeuwig jeugdigen rond.
56:18
بِأَكْوَابٍ وَأَبَارِيقَ وَكَأْسٍ مِنْ مَعِينٍ
Biakw
a
bin waab
a
reeqa wakasin min maAAeen
in
(18).
Met bokalen en kannen en glazen, gevuld aan een stromende bron.
56:19
لَا يُصَدَّعُونَ عَنْهَا وَلَا يُنْزِفُونَ
L
a
yu
s
addaAAoona AAanh
a
wal
a
yunzifoon
a
(19).
Waarvan zij geen hoofdpijn krijgen en niet dronken worden.
56:20
وَفَاكِهَةٍ مِمَّا يَتَخَيَّرُونَ
Waf
a
kihatin mimm
a
yatakhayyaroon
a
(20).
En vruchten waaruit zij kunnen kiezen.
56:21
وَلَحْمِ طَيْرٍ مِمَّا يَشْتَهُونَ
Wala
h
mi
t
ayrin mimm
a
yashtahoon
a
(21).
En vlees van gevogelte, wat zij maar verlangen.
56:22
وَحُورٌ عِينٌ
Wa
h
oorun AAeen
un
(22).
En schonen met schitterende ogen.
56:23
كَأَمْثَالِ اللُّؤْلُؤِ الْمَكْنُونِ
Kaamth
a
li allului almaknoon
i
(23).
Gelijk welbewaarde parels.
56:24
جَزَاءً بِمَا كَانُوا يَعْمَلُونَ
Jaz
a
an bim
a
k
a
noo yaAAmaloon
a
(24).
Als een beloning voor wat zij plachten te doen.
56:25
لَا يَسْمَعُونَ فِيهَا لَغْوًا وَلَا تَأْثِيمًا
L
a
yasmaAAoona feeh
a
laghwan wal
a
tatheem
a
n
(25).
Zij horen daarin geen onzin en geen zondigheid.
56:26
إِلَّا قِيلًا سَلَامًا سَلَامًا
Ill
a
qeelan sal
a
man sal
a
m
a
n
(26).
Slechts het zeggen van: "Vrede! Vrede!"
56:27
وَأَصْحَابُ الْيَمِينِ مَا أَصْحَابُ الْيَمِينِ
Waa
s
ha
bu alyameeni m
a
a
s
ha
bu alyameen
i
(27).
En de mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde!
56:28
فِي سِدْرٍ مَخْضُودٍ
Fee sidrin makh
d
ood
in
(28).
Temidden van lotusbomen zonder doornen.
56:29
وَطَلْحٍ مَنْضُودٍ
Wa
t
al
h
in man
d
ood
in
(29).
En bananenbomen vol met vruchten.
56:30
وَظِلٍّ مَمْدُودٍ
Wa
th
illin mamdood
in
(30).
En langdurige schaduw.
56:31
وَمَاءٍ مَسْكُوبٍ
Wam
a
in maskoob
in
(31).
En stromend water.
56:32
وَفَاكِهَةٍ كَثِيرَةٍ
Waf
a
kihatin katheera
tin
(32).
En fruit in overvloed.
56:33
لَا مَقْطُوعَةٍ وَلَا مَمْنُوعَةٍ
L
a
maq
t
ooAAatin wal
a
mamnooAAa
tin
(33).
Niet onderbroken en niet verboden.
56:34
وَفُرُشٍ مَرْفُوعَةٍ
Wafurushin marfooAAa
tin
(34).
Op verhoogde rustbedden.
56:35
إِنَّا أَنْشَأْنَاهُنَّ إِنْشَاءً
Inn
a
anshan
a
hunna insh
aa
n
(35).
Voorwaar, Wij hebben hen (de vrouwen in het Paradijs) opnieuw geschapen.
56:36
فَجَعَلْنَاهُنَّ أَبْكَارًا
FajaAAaln
a
hunna abk
a
r
a
n
(36).
En Wij hebben hen maagdelijk gemaakt.
56:37
عُرُبًا أَتْرَابًا
AAuruban atr
a
b
a
n
(37).
Liefdevol en gelijk in leeftijd.
56:38
لِأَصْحَابِ الْيَمِينِ
Lia
s
ha
bi alyameen
i
(38).
Voor de mensen aan de rechterzijde.
56:39
ثُلَّةٌ مِنَ الْأَوَّلِينَ
Thullatun mina alawwaleen
a
(39).
Een aantal van de vroegeren (groepen).
56:40
وَثُلَّةٌ مِنَ الْآخِرِينَ
Wathullatun mina al
a
khireen
a
(40).
En een aantal van de lateren.
56:41
وَأَصْحَابُ الشِّمَالِ مَا أَصْحَابُ الشِّمَالِ
Waa
s
ha
bu a
l
shshim
a
li m
a
a
s
ha
bu a
l
shshim
a
l
i
(41).
En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen aan de linkerzijde!
56:42
فِي سَمُومٍ وَحَمِيمٍ
Fee samoomin wa
h
ameem
in
(42).
(Zij verkeren) in een verzengende wind en kokend water.
56:43
وَظِلٍّ مِنْ يَحْمُومٍ
Wa
th
illin min ya
h
moom
in
(43).
En schaduwen van zwarte rook.
56:44
لَا بَارِدٍ وَلَا كَرِيمٍ
L
a
b
a
ridin wal
a
kareem
in
(44).
Niet koel en niet weldadig.
56:45
إِنَّهُمْ كَانُوا قَبْلَ ذَٰلِكَ مُتْرَفِينَ
Innahum k
a
noo qabla
tha
lika mutrafeen
a
(45).
Voorwaar, zij plachten voorheen in weelde te leven.
56:46
وَكَانُوا يُصِرُّونَ عَلَى الْحِنْثِ الْعَظِيمِ
Wak
a
noo yu
s
irroona AAal
a
al
h
inthi alAAa
th
eem
i
(46).
En zij volhardden in geweldige zondigheid.
56:47
وَكَانُوا يَقُولُونَ أَئِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَامًا أَإِنَّا لَمَبْعُوثُونَ
Wak
a
noo yaqooloona ai
tha
mitn
a
wakunn
a
tur
a
ban waAAi
th
a
man ainn
a
lamabAAoothoon
a
(47).
Zij plachten te zeggen: "Als wij gestorven zijn en tot stof en botten zijn geworden, zullen wij dan zeker opgewekt worden?
56:48
أَوَآبَاؤُنَا الْأَوَّلُونَ
Awa
a
b
a
on
a
alawwaloon
a
(48).
En ook onze voorvaderen?"
56:49
قُلْ إِنَّ الْأَوَّلِينَ وَالْآخِرِينَ
Qul inna alawwaleena wa
a
l
a
khireen
a
(49).
Zeg: "Voorwaar, de vroegeren en de lateren."
56:50
لَمَجْمُوعُونَ إِلَىٰ مِيقَاتِ يَوْمٍ مَعْلُومٍ
LamajmooAAoona il
a
meeq
a
ti yawmin maAAloom
in
(50).
Zij zullen zeker bijeengebracht worden op het bepaalde tijdstip van een bekende Dag.
56:51
ثُمَّ إِنَّكُمْ أَيُّهَا الضَّالُّونَ الْمُكَذِّبُونَ
Thumma innakum ayyuh
a
a
l
dda
lloona almuka
thth
iboon
a
(51).
Daarna zullen jullie, O dwalende, loochenaars.
56:52
لَآكِلُونَ مِنْ شَجَرٍ مِنْ زَقُّومٍ
La
a
kiloona min shajarin min zaqqoom
in
(52).
Zeker van de Zaqqôem-boom eten.
56:53
فَمَالِئُونَ مِنْهَا الْبُطُونَ
Fam
a
lioona minh
a
albu
t
oon
a
(53).
Dan zullen jullie daarmee de buiken vullen.
56:54
فَشَارِبُونَ عَلَيْهِ مِنَ الْحَمِيمِ
Fash
a
riboona AAalayhi mina al
h
ameem
i
(54).
Daarna zullen jullie er (kokend water) van drinken.
56:55
فَشَارِبُونَ شُرْبَ الْهِيمِ
Fash
a
riboona shurba alheem
i
(55).
Jullie zullen dan drinken als smachtende kamelen.
56:56
هَٰذَا نُزُلُهُمْ يَوْمَ الدِّينِ
H
atha
nuzuluhum yawma a
l
ddeen
i
(56).
Dit is hun onthaal op de Dag des Oordeels.
56:57
نَحْنُ خَلَقْنَاكُمْ فَلَوْلَا تُصَدِّقُونَ
Na
h
nu khalaqn
a
kum falawl
a
tu
s
addiqoon
a
(57).
Wij hebben jullie geschapen, waren jullie maar overtuigd geweest!
56:58
أَفَرَأَيْتُمْ مَا تُمْنُونَ
Afaraaytum m
a
tumnoon
a
(58).
Hoe denken jullie dan over dat (zaad) wat jullie uitstorten?
56:59
أَأَنْتُمْ تَخْلُقُونَهُ أَمْ نَحْنُ الْخَالِقُونَ
Aantum takhluqoonahu am na
h
nu alkh
a
liqoon
a
(59).
Hebben jullie dat geschapen of zijn Wij de Scheppers?
56:60
نَحْنُ قَدَّرْنَا بَيْنَكُمُ الْمَوْتَ وَمَا نَحْنُ بِمَسْبُوقِينَ
Na
h
nu qaddarn
a
baynakumu almawta wam
a
na
h
nu bimasbooqeen
a
(60).
Wij hebben de dood onder jullie bepaald, en Wij zijn niet zwak.
56:61
عَلَىٰ أَنْ نُبَدِّلَ أَمْثَالَكُمْ وَنُنْشِئَكُمْ فِي مَا لَا تَعْلَمُونَ
AAal
a
an nubaddila amth
a
lakum wanunshiakum fee m
a
l
a
taAAlamoon
a
(61).
Om schepselen zoals jullie te scheppen en om jullie opnieuw tot leven te brengen in (een schepping) waarvan jullie niet weten.
56:62
وَلَقَدْ عَلِمْتُمُ النَّشْأَةَ الْأُولَىٰ فَلَوْلَا تَذَكَّرُونَ
Walaqad AAalimtumu a
l
nnashata alool
a
falawl
a
ta
th
akkaroon
a
(62).
En voorzeker, jullie hebben kennis over de eerste schepping, hadden jullie er maar lering uit getrokken!
56:63
أَفَرَأَيْتُمْ مَا تَحْرُثُونَ
Afaraaytum m
a
ta
h
ruthoon
a
(63).
Hoe denken jullie dan over wat jullie zaaien?
56:64
أَأَنْتُمْ تَزْرَعُونَهُ أَمْ نَحْنُ الزَّارِعُونَ
Aantum tazraAAoonahu am na
h
nu a
l
zz
a
riAAoon
a
(64).
Zijn jullie het die het doen groeien of zijn Wij het Die doen groeien?
56:65
لَوْ نَشَاءُ لَجَعَلْنَاهُ حُطَامًا فَظَلْتُمْ تَفَكَّهُونَ
Law nash
a
o lajaAAaln
a
hu
h
u
ta
man fa
th
altum tafakkahoon
a
(65).
Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het laten verdorren, zodat jullie het zouden blijven betreuren.
56:66
إِنَّا لَمُغْرَمُونَ
Inn
a
lamughramoon
a
(66).
(En zeiden:) "Voorwaar, wij zijn zeker met schuld beladen.
56:67
بَلْ نَحْنُ مَحْرُومُونَ
Bal na
h
nu ma
h
roomoon
a
(67).
Wij zijn zelfs beroofd."
56:68
أَفَرَأَيْتُمُ الْمَاءَ الَّذِي تَشْرَبُونَ
Afaraaytumu alm
a
a alla
th
ee tashraboon
a
(68).
Hoe denken jullie dan over het water dat jullie drinken?
56:69
أَأَنْتُمْ أَنْزَلْتُمُوهُ مِنَ الْمُزْنِ أَمْ نَحْنُ الْمُنْزِلُونَ
Aantum anzaltumoohu mina almuzni am na
h
nu almunziloon
a
(69).
Zijn jullie het die het uit de wolken doen neerkomen of zijn Wij de neerzenders?
56:70
لَوْ نَشَاءُ جَعَلْنَاهُ أُجَاجًا فَلَوْلَا تَشْكُرُونَ
Law nash
a
o jaAAaln
a
hu oj
a
jan falawl
a
tashkuroon
a
(70).
Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het tot zout water maken. Waren jullie maar dankbaar!
56:71
أَفَرَأَيْتُمُ النَّارَ الَّتِي تُورُونَ
Afaraaytumu a
l
nn
a
ra allatee tooroon
a
(71).
Hoe denken jullie dan over het vuur dat jullie ontsteken?
56:72
أَأَنْتُمْ أَنْشَأْتُمْ شَجَرَتَهَا أَمْ نَحْنُ الْمُنْشِئُونَ
Aantum anshatum shajaratah
a
am na
h
nu almunshioon
a
(72).
Hebben jullie de boom daarvoor voortgebracht, of zijn Wij de voortbrengers?
56:73
نَحْنُ جَعَلْنَاهَا تَذْكِرَةً وَمَتَاعًا لِلْمُقْوِينَ
Na
h
nu jaAAaln
a
h
a
ta
th
kiratan wamat
a
AAan lilmuqween
a
(73).
Wij hebben het (vuur) gemaakt ter herinnering en tot nut voor de reizigers.
56:74
فَسَبِّحْ بِاسْمِ رَبِّكَ الْعَظِيمِ
Fasabbi
h
bi
i
smi rabbika alAAa
th
eem
i
(74).
Prijst daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige.
56:75
فَلَا أُقْسِمُ بِمَوَاقِعِ النُّجُومِ
Fal
a
oqsimu bimaw
a
qiAAi a
l
nnujoom
i
(75).
Ik zweer bij het vallen van de sterren.
56:76
وَإِنَّهُ لَقَسَمٌ لَوْ تَعْلَمُونَ عَظِيمٌ
Wainnahu laqasamun law taAAlamoona AAa
th
eem
un
(76).
En voorwaar, dat is zeker een geweldige eed, als jullie dat begrepen!
56:77
إِنَّهُ لَقُرْآنٌ كَرِيمٌ
Innahu laqur
a
nun kareem
un
(77).
En voorwaar, dit is zeker de nobele Koran.
56:78
فِي كِتَابٍ مَكْنُونٍ
Fee kit
a
bin maknoon
in
(78).
In een welbewaard Boek.
56:79
لَا يَمَسُّهُ إِلَّا الْمُطَهَّرُونَ
L
a
yamassuhu ill
a
almu
t
ahharoon
a
(79).
Dat niemand aanraakt dan de gereinigden.
56:80
تَنْزِيلٌ مِنْ رَبِّ الْعَالَمِينَ
Tanzeelun min rabbi alAA
a
lameen
a
(80).
Een neerzending van de Heer der Werelden.
56:81
أَفَبِهَٰذَا الْحَدِيثِ أَنْتُمْ مُدْهِنُونَ
Afabih
atha
al
h
adeethi antum mudhinoon
a
(81).
Onderschatten jullie deze Koran dan?
56:82
وَتَجْعَلُونَ رِزْقَكُمْ أَنَّكُمْ تُكَذِّبُونَ
WatajAAaloona rizqakum annakum tuka
thth
iboon
a
(82).
En nemen jullie het loochenen (als dankbetuiging voor) jullie levensvoorziening?
56:83
فَلَوْلَا إِذَا بَلَغَتِ الْحُلْقُومَ
Falawl
a
i
tha
balaghati al
h
ulqoom
a
(83).
Waren jullie maar, toen (de ziel) de keel bereikte.
56:84
وَأَنْتُمْ حِينَئِذٍ تَنْظُرُونَ
Waantum
h
eenai
th
in tan
th
uroona
(84).
En jullie op dat moment toezagen.
56:85
وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنْكُمْ وَلَٰكِنْ لَا تُبْصِرُونَ
Wana
h
nu aqrabu ilayhi minkum wal
a
kin l
a
tub
s
iroon
a
(85).
En Wij dichter bij hem waren dan jullie - maar jullie zagen het niet.
56:86
فَلَوْلَا إِنْ كُنْتُمْ غَيْرَ مَدِينِينَ
Falawl
a
in kuntum ghayra madeeneen
a
(86).
Waren jullie toen maar niet verantwoordelijk geweest.
56:87
تَرْجِعُونَهَا إِنْ كُنْتُمْ صَادِقِينَ
TarjiAAoonah
a
in kuntum
sa
diqeen
a
(87).
Dan zouden jullie haar (de ziel) terugbrengen, als jullie waarachtig geweest waren.
56:88
فَأَمَّا إِنْ كَانَ مِنَ الْمُقَرَّبِينَ
Faamm
a
in k
a
na mina almuqarrabeen
a
(88).
Als hij (de ziel) tot de nabijgebrachten behoort.
56:89
فَرَوْحٌ وَرَيْحَانٌ وَجَنَّتُ نَعِيمٍ
Faraw
h
un waray
ha
nun wajannatu naAAeem
in
(89).
(Dan zijn er voor de ziel) rust en voorzieningen en de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs).
56:90
وَأَمَّا إِنْ كَانَ مِنْ أَصْحَابِ الْيَمِينِ
Waamm
a
in k
a
na min a
s
ha
bi alyameen
i
(90).
Als hij tot de mensen aan de rechterzijde behoort.
56:91
فَسَلَامٌ لَكَ مِنْ أَصْحَابِ الْيَمِينِ
Fasal
a
mun laka min a
s
ha
bi alyameen
i
(91).
(Luidt de begroeting.) "Vrede zij met jou," van de mensen van de rechterzijde.
56:92
وَأَمَّا إِنْ كَانَ مِنَ الْمُكَذِّبِينَ الضَّالِّينَ
Waamm
a
in k
a
na mina almuka
thth
ibeena a
l
dda
lleen
a
(92).
En als hij tot de dwalende loochenaars behoort.
56:93
فَنُزُلٌ مِنْ حَمِيمٍ
Fanuzulun min
h
ameem
in
(93).
Dan is er een onthaal van kokend water.
56:94
وَتَصْلِيَةُ جَحِيمٍ
Wata
s
liyatu ja
h
eem
in
(94).
En roostering in Djahîm (de Hel).
56:95
إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ حَقُّ الْيَقِينِ
Inna h
atha
lahuwa
h
aqqu alyaqeen
i
(95).
Voorwaar, dit is zeker de stellige Waarheid.
56:96
فَسَبِّحْ بِاسْمِ رَبِّكَ الْعَظِيمِ
Fasabbi
h
bi
i
smi rabbika alAAa
th
eem
i
(96).
Prijst daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige.