تَنَزَّلُ الْمَلَائِكَةُ وَالرُّوحُ فِيهَا بِإِذْنِ رَبِّهِمْ مِنْ كُلِّ أَمْرٍ
Tanazzalu almalaikatu waalrroohu feeha biithni rabbihim min kulli amrin
(4). De Engelen en de Geest (Djibrîl) daalden in haar neer met de toestemming van hun Heer, voor elke beschikking.