صِرَاطَ الَّذِينَ أَنْعَمْتَ عَلَيْهِمْ غَيْرِ الْمَغْضُوبِ عَلَيْهِمْ وَلَا الضَّالِّينَ
Sirata allatheena anAAamta AAalayhim ghayri almaghdoobi AAalayhim wala alddalleena
(7). Het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken, niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden.